donderdag 10 april 2014

IV - Arjen Lubach

 
Aanrader!
 
Ik heb het boek niet in 1 ruk uitgelezen.
Waarom niet?
Soms wil ik het einde nog even bewaren.
Dat gevoel dat je boek bijna uit is en je de ontknoping nadert is zowel fijn als jammer.
Dat is misschien ook mijn enige minpuntje.
Het boek had van mij nog wel dikker mogen zijn.
Je gaat in een sneltreinvaart door het verhaal met de personages mee,
maar ik had af en toe ergens wel iets langer willen stil staan.
Aan de andere kant is dat ook weer de kracht van dit boek. 
 
Ik had al wel over dit boek gehoord,
maar nog niet veel over de inhoud.
Wat ik overigens prettig vind voordat ik een boek ga lezen.
Ik zal dus zelf ook proberen me zo weinig mogelijk over de inhoud uit te laten.
Alleen even een korte inleiding.
 
De hoofdpersoon is wiskundige Elsa Ruys,
die op vakantie een telefoontje krijgt dat haar vader (hoogleraar in de Middeleeuwse schriftcultuur) overleden is.
De politie heeft het echter over een niet-natuurlijke dood
 en Elsa vertrekt meteen naar Nederland.
Haar man en zoontje blijven achter op het adres in Zuid-Frankrijk.
Al vanaf de aankomst op Schiphol heeft ze het gevoel dat er iets niet klopt
en al vrij snel loopt de hele situatie volledig uit de hand,
maar er blijkt vooral iets groots achter schuil te gaan.
Dit resulteert in een zoek- en puzzeltocht, min of meer opgezet door haar vader,
met uiteindelijk een bijzondere ontknoping.
 
Halverwege het boek begint je misschien al iets te dagen,
 maar dat maakt de ontknoping er niet minder spannend om.
Vragen die ik gedurende het boek had
 werden vaak later door de hoofdpersoon ook gesteld.
 
Hoe afgezaagd het misschien ook klinkt,
maar ik kreeg ook gelijk een Dan Brown gevoel bij dit boek.
Wat ik overigens absoluut als een compliment bedoel.
Dat heeft niet alleen met de verhaallijn te maken.
Dan Brown gebruikt ook in een paar boeken de geschiedenis om het verhaal te ondersteunen,
maar er word af en toe een net iets andere draai aan de feiten gegeven of iets aan toegevoegd.
Het zijn (interessante) onderwerpen waar je vaak wel iets van weet,
maar hoe zat het ook alweer precies.
Ik ben gedurende het boek ook wat dingen op gaan zoeken.
Ook was gedurende het lezen af en toe mijn vraag welke stukken fictie zijn.
Achterin het boek staat dan ook een verantwoording met de feiten.
 
Iemand die het boek had aangeraden had zich ook al afgevraagd of dit zomaar mocht.
Er zit een hele grote kern van waarheid in,
dat maakt het ook een erg geloofwaardig verhaal. 
Wel is duidelijk dat Arjen Lubach geen voorstander is van een monarchie,
maar er wel veel van af weet en goede research heeft gedaan.
 
Mij is ook pijnlijk duidelijk geworden hoe weinig ik soms nog weet
van de geschiedenis van mijn eigen land.
Grote lijnen zijn er wel, maar daar blijft het vaak wel bij.
Van koning Willem III wist ik eigenlijk alleen nog maar dat hij een beetje gek was
en een heel stom liedje van vroeger.
Dat eindigde met:
Van wie van wie van wie?
Van koning Willem III.
Hatsjie.
Het liedje wat ik nu al een paar dagen niet meer uit mijn hoofd krijg.
Plus het beeld van de echte koning Willem III.
Toch nog een klein minpuntje gevonden.
 
Voor de rest wil ik alleen nog zeggen dat je het gewoon lekker moet gaan lezen. Je zit meteen in het verhaal en je stopt waarschijnlijk ook niet meer.
Misschien ook even om het einde nog even uit te stellen, maar niet te lang.
 
Arjen Lubach heeft overigens ook nog een alternatief einde geschreven voor het boek.
 
Hier te downloaden.
Overige links
 
 
 
 
 
 

woensdag 9 april 2014

Voetbalkijkende vrouwen

Ze bestaan echt.
Vrouwen die voetbal kijken leuk vinden.
Niet om naar de leuke voetballers te kijken of de gespierde kuiten,
 (wat is daar toch aantrekkelijk aan?) maar omdat ze voetbal leuk vinden.
 
Toegegeven,
ik begon fanatiek met kijken omdat ik een ietsje verliefd was op Robbie Witschge.
Mijn opa had in Rotterdam een sigarenwinkel,
maar verkocht bijvoorbeeld ook souvenirs en kaarten voor de wedstrijden van Feyenoord.
Ook stond hij bij de Kuip met een standje. Al toen ik een jaar of 4 was had ik een Feyenoord pyjama. Vrij logisch dat ik begon met het kijken naar wedstrijden van Feyenoord. Mijn vader was een echte voetballiefhebber. Hij was zelf elftalleider, al was dat echt een gezelligheidsteam vooral, maar keek ook heel veel voetbal en als mijn vader voetbal keek, dan viel er niet zoveel met hem te praten. Behalve als het over voetbal ging. En dat vond ik gezellig, dus ik probeerde zoveel mogelijk indruk te maken door goed op te letten en bij alles te vragen waarom dat gebeurde of hoe dat heette.
 
Ik kan zelf voor geen meter voetballen, ik mocht wel vaak meedoen als 1 van de weinige meisjes, maar dat was vooral omdat ik anders boos werd (dit hoorde ik later van een klasgenootje, dacht zelf eigenlijk dat ik gewoon mee mocht doen.) Ik heb het ooit voor elkaar gekregen om de bril van de juf van groep 3 haar gezicht te schoppen en daar schrok ik zo van dat ik naar huis was gerend.
In elk geval.
 
Het is wel anders als je zelf voetbalt, daar ben ik het mee eens, maar waarom moet altijd de eerste vraag zijn: "Weet je wel wat buitenspel is?" Zucht. Ik heb wel eens een op een verjaardag gezeten waar een discussie was over wie er tijdens het EK in 88 had gescoord in een bepaalde wedstrijd. Ik had die videoband wel 100x gezien, dus ik noemde de naam en de minuut erbij. De halve kamer zat me een soort van aan te gapen. Alsof je een bezienswaardigheid bent ofzo. Ik heb ook ooit meegemaakt dat ik tijdens een WK of EK ergens in een kroeg wilde kijken met vrienden en iemand vroeg of hij op mijn plek mocht zitten, aangezien ik vast niet echt keek. Ik was extra vroeg gegaan, omdat ik vooraan wilde zitten en geen minuut wilde missen.
 
Het gepraat eromheen geef ik toe, dat zal misschien een mannendingetje zijn. Een nabeschouwing prima, maar een volledig voetbalprogramma kijk ik dan weer nooit.
Misschien ook wel door de totale mannensfeer die er vaak in zo'n programma zit.
Maar een avondje voetbal kijken? Mij maak je er echt wel blij mee. Tien keer liever dan een romantische comedy.