donderdag 15 mei 2014

Komt een vrouw bij de h@cker

 
 
Privacy.
Ik heb het er wel eens met vrienden over gehad en dan komt vaak het zinnetje:
"maar ik heb ook niks te verbergen!"
Ik had vaak  moeite om daar goede tegenargumenten op te vinden,
totdat ik dit artikel tegenkwam in de Correspondent:
 
Via dit artikel vond ik op twitter de schrijfster Maria Genova en las ik over haar boek:
Komt een vrouw bij de h@cker, over identiteitsfraude.
Ook weer zoiets waarvan veel mensen denken: dat overkomt mij niet.
Terwijl iedereen slachtoffer kan worden.
In haar boek geeft de schrijfster verschillende voorbeelden van mensen die het slachtoffer zijn geworden van identiteitsdiefstal en dat is lang niet altijd hun eigen schuld.
Bijvoorbeeld een kopietje van een paspoort wat ergens is blijven slingeren, post die verkeerd bezorgd is, een gestolen nummerbord, of simpelweg een toevallig slachtoffer, juist omdat je niet opvalt. 
Ook blijkt dat informatie opvragen over iemand,
als je de juiste trucjes een beetje kent, via sommige instanties ook wel erg makkelijk gaat.
En als je dan slachtoffer bent geworden,
moet je vaak zelf bewijzen aanleveren om je onschuld aan te tonen.
 
Naar aanleiding van wat onderzoek wil de schrijfster graag weten of haar informatie eigenlijk wel zo veilig is als ze denkt en besluit op zoek te gaan naar een hacker, maar dan wel een betrouwbare.
Tijdens de zoektocht en de voorbereiding op het hacken, komen heel veel onderwerpen aan bod.
Phishing mails, social media, Digi-D, apps, slordige instanties enz.
Gedurende het lezen word je er langzaam aan van bewust dat er wel erg veel informatie van jezelf op te vragen is.
Gelukkig geeft de schrijfster heel veel tips om jezelf een beetje te beschermen.
De leukste tip vond ik het vernielen van je harde schijf als je de computer weg doet.
In het boek gaat ze de computer te lijf met een hamer terwijl de kinderen staan toe te kijken.
Het boek maakt je even heel erg alert over de informatie die je met anderen bewust of onbewust deelt en geeft heel veel goede tips.
 
Een paar voorbeelden van de tips:
 
-Kopietjes van identiteitspapieren niet op je computer laten staan, ergens laten slingeren of zomaar afgeven als de instantie daar helemaal geen recht op heeft.
-Wachtwoorden (bijna iedereen weet het en toch hebben mensen vaak nog steeds veel te makkelijke wachtwoorden of dezelfde voor meerdere sites.)
-Goede beveiliging op al je apparaten
-Log alleen in op vertrouwde WIFI-netwerken
-Op vreemde links klikken (dit lijkt overbodig, maar dit gebeurt nog steeds heel veel)
en nog veel en veel meer tips, van hele simpele tot hele uitgebreide tips.
 
Kortom, een absolute aanrader als je eens de wereld van de identiteitsfraude in wilt duiken en je je daarna een tikkeltje veiliger wil voelen.
Niet helemaal, want dat blijkt uit het boek wel dat dat bijna onmogelijk is in het huidige tijdperk.
Het boek leest heel lekker weg, alles is op een begrijpelijke manier uitgelegd en er zitten zowel schokkende als hilarische stukjes in.
Lezen dus.
 
 
AANRADER!!!
 
 
  

vrijdag 2 mei 2014

Auw

Toen ik een jaar of 4 was, was ik op een dag met mijn vriendje buiten aan het spelen.
We hadden likkoekjes gekregen.
Ik weet niet of ze echt zo heetten, maar zo noemde ik ze in elk geval.
De bovenkant was een klein gesuikerd laagje met een felle kleur
en die kon je er heel makkelijk af likken.
Het koekje zelf was niet zo heel erg bijzonder.
 
We hadden een touwtje aan een stok gebonden, want we wilden gaan vissen.
Dit deden we in een put met zo'n metalen rooster, die bij ons in de  buurt in de stoep zaten. 
Er zit immers water in een put en in water zwemmen vissen.
We zaten op de grond naast de put,
bonden het koekje aan het touwtje vast en lieten het in de put zakken.
Samen zaten we over de rand te kijken en na een tijdje was het koekje verdwenen. 
We waren er van overtuigd dat de vis het dus moest hebben opgegeten.
En we hoorden ook blub geluidjes.
 
Op een gegeven moment waren de koekjes op en hadden we nog steeds geen vis gevangen.
We hoorden weer blub geluidjes, maar we zagen de vis maar niet.
Uiteindelijk besloten we dat de put open moest, want dan konden we het beter zien.
We tilden het loodzware rooster een stukje omhoog om beter in de put te kijken
en ik liet los om bij de rand steun te zoeken en er overheen te kijken.
Het rooster was nu veel te zwaar om lang alleen te houden, dus mijn vriendje liet hem vallen.
Op mijn vinger.
 
We waren zo'n 3 blokken van mijn huis vandaan, mijn vriendje woonde daar in de buurt, maar mijn moeder hoorde me gillen of ik heb gewoon de hele weg naar huis gegild.
Ik herinner me van de rest niet zoveel meer, ik weet dat ik heel veel bloed zag, daar het meeste van was geschrokken en dat ik aan 1 stuk door naar huis gerend ben.
Er heeft ook een tijdje nog een soort bloedspoor naar ons huis toe gelopen.
 Er hing een klein stukje van mijn wijsvinger's topje los,
 maar de dokter kon dat gelukkig hechten.
Ik leerde die dag dat vissen niet in putten zwemmen
en ik heb er een klein litteken met een mooi verhaal aan overgehouden.
 
 
 
 
 

donderdag 1 mei 2014

Die meneer uit de trein

Ik zit in de trein naar Arnhem.
Als we bijna bij het station zijn ga ik alvast in het halletje staan.
 Ik kijk door het raampje of ik al kan zien aan welke kant het perron zit.
Hij lijkt aan deze kant dichterbij te komen, maar verwijderdt zich ineens weer.
Ik loop naar de andere kant, maar ook daar is nog geen perron te zien.
Een oudere meneer glimlacht naar me.
 "Waar zou ie komen?" "Het is altijd weer afwachten he?" antwoord ik. "Spannend he?"
De man moet er zelf om lachen en ik lach met hem mee.
Als we uitstappen willen we elkaar allebei voor laten gaan.
Op het perron ben ik meteen op zoek naar degene met wie ik heb afgesproken en even later we gaan de stad in. 
Als we al een poosje in de stad lopen hoor ik ineens iemand zeggen:
"Hey, bent u die mevrouw van zonet in de trein?" Het is de man weer.
Ik lach vriendelijk en zeg dat ik dat inderdaad ben.
"Oh ja!" zegt de man lachend en loopt weer verder. 
"Wie was dat nou?" vragen de andere twee verbaasd.
 "Die meneer uit de trein" antwoord ik.