vrijdag 28 februari 2014
donderdag 27 februari 2014
Les revenants
Uitgezonden op Canal+ in 2012, een Franse (mystery/thriller) serie:
Les Revenants (vertaald: The returned) ook wel bekend onder de naam Rebound.
De serie speelt zich af in een klein afgelegen bergdorpje in de Alpen.
In het begin van het verhaal zie je een meisje van 15 (Camille),
ze zit in de bus op een schoolreis.
Dezelfde bus zie je vervolgens na een rare manoeuvre over de rand van een ravijn gaan.
Vier jaar later zitten verschillende ouders van de verongelukte kinderen in het dorp met een praatgroep te bespreken wat voor monument er gaat komen.
Camille klimt dan, schijnbaar ongeschonden,
uit hetzelfde ravijn waar de bus vier jaar geleden is verongelukt.
Je ziet haar bang en verward snel naar huis lopen.
Als ze thuis is aangekomen en in de keuken eten staat te maken,
komt haar moeder plotseling binnen.
Camille is zich volkomen onbewust van het feit dat er vier jaar verstreken is
en herinnert zich ook het ongeluk totaal niet.
Ze denkt in eerste instantie dat haar moeder zo geschrokken is,
omdat ze niet meteen thuis is gekomen.
Ze is niet de enige die plotseling weer terugkomt in het dorp.
Ook zijn niet alle teruggekeerden even lang dood.
Zo keert er een erg sinister jongetje (Victor) terug die al 35 jaar dood zou zijn.
De teruggekeerden lijken dezelfde mensen te zijn, al slapen ze niet en hebben ze constant honger.
Hoe er met deze situaties wordt omgegaan, zoals een dochter die plotseling weer terugkeert in een gezin wat duidelijk erg geleden heeft onder dit verlies, is erg geloofwaardig gedaan.
Door middel van terugblikken kom je langzamerhand steeds meer te weten over wat er zich in het dorp heeft afgespeeld voorafgaand aan de terugkeer van de verschillende inwoners.
Dit allemaal in een redelijk traag tempo,
zodat je alle personages en hun situaties steeds een stukje beter leert kennen.
Ondanks dat het veel kenmerken heeft van een zombie verhaal,
komt er nauwelijks iets gruwelijks in voor en toch blijft het voortdurend heel beklemmend.
De sfeer, de omgeving en de muziek dragen daar enorm aan bij.
Het eerste seizoen heeft 8 afleveringen en heeft een redelijk open einde.
De serie krijgt dan ook in 2014 een vervolg.
Les revenants won in 2013 een Emmy (beste internationale serie.)
AANRADER!
zondag 23 februari 2014
Droppie
In de Astraat in Groningen zit een heel leuk winkeltje.
Droppie
Ze verkopen er alle soorten drop, maar ook snoep.
Vooral van vroeger.
De winkel bestaat al sinds 1972 en al die jaren is er er weinig aan het uiterlijk van de winkel veranderd.
Er staan een oude kassa en weegschaal op de houten toonbank
en veel snoep zit in ouderwetse glazen potten.
Ze hebben onder andere:
zoete drop, zoute drop, suikervrij, arabische gom,
maar ook heel veel soorten snoep:
caramel, banaantjes, toverballen, pepermunt, zuurstokken, enz.
En het echte oud Hollandse snoep, zoals:
duimdrop, zoethout, salmiak poeder, massee.
Teveel om op te noemen.
Arabische gom is 1 van de specialiteiten van Droppie.
Er wordt geen gelatine bij gebruikt (geschikt voor vegetariërs) en is ook glutenvrij.
Het bevat 50% minder caloriën dan gewone drop.
Als je in Groningen woont of toevallig eens in de buurt bent,
dan moet je zeker eens een bezoekje aan Droppie brengen.
Je kan een zakje laten vullen met gemengd snoep en/of drop,
maar er is ook een heel assortiment met losse snoepjes.
Voor iedereen wat wils, of je moet al helemaal niet van snoep houden,
maar dan kan je hier ook nog altijd een heel leuk cadeautje voor iemand vinden.
Dan niet joh
Het is al laat, ik ben met een vriendin op stap en zij zoekt nog iemand. Ze wil een kroeg binnen waar ik geen zin heb om naar binnen te gaan. Zo laat op de avond is iedereen daar dronken en het stinkt er naar bier en nog een geur die ik niet thuis kan brengen, iets met schimmel. Buiten staat een jongen alleen te roken, dus ik begin tegen hem te kletsen. Ik vraag of hij ook niet naar binnen wil of op iemand wacht. Hij kijkt niet eens mijn kant op. Ik doe nog een poging, want hij kijkt nu iets meer mijn richting op. "Ben je al binnen geweest?" Nog niks. "Dan niet joh", zeg ik een beetje geïrriteerd en ga op een trapje naast de ingang zitten. Nu kijkt hij me wel aan. Ik kijk een beetje boos terug. Hij pakt iets uit zijn binnenzak en begint iets op te schrijven. Daarna komt hij voor me staan en geeft me een papiertje: "Sorry, praat je tegen mij? Ik kan je niet horen, ik ben doof." Ik begin eerst terug te praten, bedenk me dat ik geen gebaar voor sorry weet, maar dan geeft hij me gelukkig zijn notitieblok en pen. Zo zitten we de hele tijd op de trap te schrijven en vraagt hij tenslotte of ik een keer wil afspreken.
Als ik een paar dagen later bij zijn huis kom, zie ik een deurbel en vraag me af hoe dat dan werkt. Als ik binnen ben laat hij me zien dat er een lamp aangaat als de deurbel gaat en als hij slaapt gaat zijn bed trillen. Daar heb ik allemaal nog nooit bij nagedacht. Ik vraag hem of hij op stap gaan wel leuk vindt zonder muziek, maar hij kan de beat van de muziek wel voelen vertelt hij me en meestal communiceert hij met papiertjes of bierviltjes, omdat weinig mensen gebarentaal kennen. Hij vertelt ook dat hij bijna alleen maar dove vrienden heeft en nog nooit met een horend meisje is uitgeweest. Ik zeg dat het andersom ook zo is. Als hij op een gegeven moment de tv aan zet, merk ik dat het geluid ook uit staat. Heel veel tv programma's zijn helemaal niet zo leuk zonder geluid. Veel missen ook nog steeds een ondertiteling. Aan het eind van de avond krijg ik een cd van hem, omdat ik wat gebarentaal wil oefenen en we spreken af om te bellen (er waren nog bijna geen mobieltjes en ik had geen internet thuis.) Hij legt uit hoe dat zijn werk gaat.
Wanneer ik later bel merk ik hoe apart het is om zo te communiceren. Ik krijg een vrouw aan de lijn en ik moet wachten tot hij achter zijn computer zit. Dan moet ik langzaam zeggen wat zij moet typen. Zij leest dan weer voor wat hij terugtypt. Ik raak er helemaal van in de war. Ook omdat de vrouw ondertussen ook nog eens commentaar zit te geven op het typen ("wat een rare zin is dit"), toch lukt het om wat af te spreken.
We gaan naar de film en hier merk ik een moeilijkheid. Het is uiteraard donker in de zaal, dus ik kan de hele film ook bijna niks zeggen. Tijdens de film probeer ik een aantal keren iets te gebaren (dat er enge muziek speelt of een harde klap) en ik besef me dat hij veel stukken van de film niet meekrijgt. De gebarentaal vind ik ook moeilijk, het gaat nog zo langzaam dat ik 10 minuten over 1 zin doe. De meeste woorden moet ik nog spellen met het alfabet. Gelukkig zijn er ook nog andere manieren om te communiceren, maar toch wil je vaak dingen uitdrukken in taal. Of je bent het in elk geval zo gewend.
Met die jongen is het uiteindelijk niks geworden, ik vond de stiltes en de langzame communicatie wel moeilijk, maar dat was niet de reden dat het niks werd. Een tijdje later kwam op mijn werk een groep kinderen langs van de dovenschool. Toen ik me voorstelde deed ik dat in gebarentaal en spelde mijn naam. Een klein meisje uit de groep stak haar duim naar me op en lachte. De kinderen spelden daarna ook allemaal hun naam voor mij. Eigenlijk vond ik het heel jammer dat ik niet al veel eerder gebarentaal had geleerd. Er zijn tegenwoordig natuurlijk wel veel meer mogelijkheden om communicatie gemakkelijker te maken en ook de techniek voor gehoorherstel gaat steeds meer vooruit. Gelukkig maar, want ik denk dat communicatie tussen mensen heel erg belangrijk is.
Als ik een paar dagen later bij zijn huis kom, zie ik een deurbel en vraag me af hoe dat dan werkt. Als ik binnen ben laat hij me zien dat er een lamp aangaat als de deurbel gaat en als hij slaapt gaat zijn bed trillen. Daar heb ik allemaal nog nooit bij nagedacht. Ik vraag hem of hij op stap gaan wel leuk vindt zonder muziek, maar hij kan de beat van de muziek wel voelen vertelt hij me en meestal communiceert hij met papiertjes of bierviltjes, omdat weinig mensen gebarentaal kennen. Hij vertelt ook dat hij bijna alleen maar dove vrienden heeft en nog nooit met een horend meisje is uitgeweest. Ik zeg dat het andersom ook zo is. Als hij op een gegeven moment de tv aan zet, merk ik dat het geluid ook uit staat. Heel veel tv programma's zijn helemaal niet zo leuk zonder geluid. Veel missen ook nog steeds een ondertiteling. Aan het eind van de avond krijg ik een cd van hem, omdat ik wat gebarentaal wil oefenen en we spreken af om te bellen (er waren nog bijna geen mobieltjes en ik had geen internet thuis.) Hij legt uit hoe dat zijn werk gaat.
Wanneer ik later bel merk ik hoe apart het is om zo te communiceren. Ik krijg een vrouw aan de lijn en ik moet wachten tot hij achter zijn computer zit. Dan moet ik langzaam zeggen wat zij moet typen. Zij leest dan weer voor wat hij terugtypt. Ik raak er helemaal van in de war. Ook omdat de vrouw ondertussen ook nog eens commentaar zit te geven op het typen ("wat een rare zin is dit"), toch lukt het om wat af te spreken.
We gaan naar de film en hier merk ik een moeilijkheid. Het is uiteraard donker in de zaal, dus ik kan de hele film ook bijna niks zeggen. Tijdens de film probeer ik een aantal keren iets te gebaren (dat er enge muziek speelt of een harde klap) en ik besef me dat hij veel stukken van de film niet meekrijgt. De gebarentaal vind ik ook moeilijk, het gaat nog zo langzaam dat ik 10 minuten over 1 zin doe. De meeste woorden moet ik nog spellen met het alfabet. Gelukkig zijn er ook nog andere manieren om te communiceren, maar toch wil je vaak dingen uitdrukken in taal. Of je bent het in elk geval zo gewend.
Met die jongen is het uiteindelijk niks geworden, ik vond de stiltes en de langzame communicatie wel moeilijk, maar dat was niet de reden dat het niks werd. Een tijdje later kwam op mijn werk een groep kinderen langs van de dovenschool. Toen ik me voorstelde deed ik dat in gebarentaal en spelde mijn naam. Een klein meisje uit de groep stak haar duim naar me op en lachte. De kinderen spelden daarna ook allemaal hun naam voor mij. Eigenlijk vond ik het heel jammer dat ik niet al veel eerder gebarentaal had geleerd. Er zijn tegenwoordig natuurlijk wel veel meer mogelijkheden om communicatie gemakkelijker te maken en ook de techniek voor gehoorherstel gaat steeds meer vooruit. Gelukkig maar, want ik denk dat communicatie tussen mensen heel erg belangrijk is.
zaterdag 22 februari 2014
Nachtmerries
Ik kan me mijn dromen vaak heel goed herinneren, tenminste vlak nadat ik wakker ben nog wel. Vaak verdwijnt al na een paar minuten de samenhang en kan ik me alleen nog wat flarden herinneren. Sommige dromen zijn vrij duidelijk te verklaren en soms is er geen touw aan vast te knopen.
Zo droomde ik vorige week dat ik op de vlucht was en in een hoge boom moest klimmen. Bovenop de boom stond een ronddraaiend theekopje, net zoals in Disney en daar zat Bastiaan Ragas in. Ik heb helemaal niks met Bastiaan Ragas. Ik had hem ook niet op tv gezien. Daar kan ik dan heel lang over piekeren, maar je hersenen blijven een wonderlijk iets.
Nachtmerries zijn vervelend. Ik word vaak heel moe wakker, of moet eerst even weer bewust worden dat het maar een droom was. Soms word ik ook helemaal klam wakker of ligt er van alles op de grond of lig ik omgekeerd in bed.
Ik verdeel ze zelf in:
Schaamte nachtmerries: meestal iets waar je vreselijk voor gek staat. Ik moet bijvoorbeeld vaak naar de wc en dan zijn de muren heel laag of helemaal niet aanwezig en staan er allemaal mensen in de buurt.
De vlucht nachtmerries: waarbij je meestal niet vooruit komt of in rondjes rent.
Rampen nachtmerries: Van examens niet geleerd hebben tot crashen met je auto. Ik droom heel vaak dat ik auto rij en ik heb geen rijbewijs. Meestal kan ik ook niet bij de rem.
Herhaling nachtmerries: Dezelfde nachtmerrie komt steeds terug of iets heel vervelends in je leven komt steeds in je nachtmerries terug.
Gewoon enge nachtmerries: Vaak na een enge film of verhaal.
De eerste nachtmerrie die ik me volledig herinneren, heb ik meerdere keren gehad. Op Sky of Super Channel had je 's morgens in die tijd (ik was een jaar of 9) veel engelse tekenfilms en ik was heel bang voor Skeletor, een slechterik uit de tekenfilm He-man, toch keek ik er altijd naar.
Ik droomde dat ik met meerdere mensen rond een vuur zat, in een heel groot kasteel, in de hal. Achter ons was een hele brede trap en voor eens een grote houten deur. We zaten op wacht (ik las veel ridderverhalen in die tijd). Iemand zei dat het nacht was. Er werd heel hard gebonsd en iedereen schrok. Daarna zei één van de personen bij het vuur: "Het is niet gevaarlijk, het was de achterdeur" en iedereen gaat weer zitten. Plotseling word er heel hard op de houten voordeur gebonsd en Skeletor komt binnen. Ik ren met 2 mensen de trap op en er is maar 1 deur. We gaan die deur door en komen in een piepklein kamertje. We horen Skeletor de trap op komen en dan komt hij het kamertje binnen. Daar werd ik altijd wakker.
Totdat iemand me vertelde dat je dromen kan sturen. Door te beseffen dat je in een droom bent. Toen ik de droom weer had en de trap wilde oprennen, besefte ik me dat ik hier eerder was geweest en dat het een droom was. Ik rende terug en verstopte me onder de trap. Skeletor liep de trap op en die droom heb ik nooit meer gehad.
Je kan ook tegen jezelf proberen te zeggen dat je wakker wilt worden als je beseft dat je aan het dromen bent. Het lastige is dat het besef er lang niet altijd is.
Wat kan je bijvoorbeeld doen om nachtmerries te voorkomen?
Een tip die ik ook een keer van iemand kreeg is om op te schrijven waar je mee zit vlak voor het slapen gaan. Of iets bedenken waar je over wilt dromen vlak voordat je in slaap valt. Enge films niet vlak voor het slapen gaan kijken. Ook zijn er bepaalde voedingsmiddelen goed voor het slapen gaan, denk aan de warme beker melk (wij kregen meestal met een scheutje honing). In de ergste gevallen kan je advies aan de dokter vragen voor bepaalde medicijnen, maar dromen zijn ook belangrijk voor je. Je verwerkt er veel in wat je hebt meegemaakt. Als je al je dromen op zou schrijven, kan je zelf al wel een beetje zien of je op dat moment ergens mee zit. Bepaalde thema's komen dan vaak terug. Ideaal zou natuurlijk zijn, om die problemen op te kunnen lossen, zodat de nachtmerries ook kunnen verdwijnen.
Kip-ik-heb-je
Speciaal voor mijn vriendinnetje Minka,
maar ook voor iedereen die zich afvraagt wat kip-ik-heb-je nou in vredesnaam is.
maar ook voor iedereen die zich afvraagt wat kip-ik-heb-je nou in vredesnaam is.
Kip-ik-heb-je
Benodigdheden:
Een aantaal voorwerpen die dienstdoen als pion/honk
Een bal
Een paar kinderen/volwassenen
Maak een klein veld met 4 honken.
1 persoon is de haan, de anderen zijn de kippen.
Alle kippen staan op een rij tegenover de haan, die de bal heeft.
Alle kippen hebben de handen op de rug.
De haan staat met zijn rug naar het veld toe.
De haan mag nu de bal gooien of net doen of hij de bal gooit.
Als de haan gooit en je vangt hem, heb je een punt.
Doet de haan net alsof en hou je je handen op je rug, heb je ook een punt.
Je bent af als je de bal niet vangt of je handen laat zien.
Ben je af, dan mag je net zoveel stappen om het veld doen als je punten hebt gehaald.
Heb je nul punten, sluit je eerst weer achteraan.
Dan is de volgende kip aan de beurt.
Op een gegeven moment staan er een paar kippen in het veld.
Die mogen lopen als de haan de bal niet heeft.
Ze mogen ook proberen te lopen als de haan de bal heeft.
Ziet de haan je lopen als hij de bal heeft, zegt hij: "Kip-ik-heb-je" en moet je weer terug.
Ben je bij het eindpunt, dan mag je haan zijn.
Taal
Een ergenis van mij. Ik ga heel even juf Nienke zijn. Meest voorkomende fouten in de Nederlandse taal en spelling.
-Me fiets, me auto? MIJN fiets, MIJN auto (bezittelijk voornaamwoord)
-Hun hebben, hun zijn? ZIJ hebben, HUN huis (hun is ook een bezittelijk voornaamwoord, dus bij een bezit gebruiken)
-Kijk is naar, maar is even? Kijk EENS naar, maar EENS even (is komt van het ww zijn)
-Jou fiets, Jou telefoon? JOUW fiets, JOUW telefoon (als het bezit is)
-Zei zegt, zei vraagt? ZIJ zegt, ZIJ vraagt (zei komt van het ww zeggen)
-Groter als jou, langer als hem? Groter DAN JIJ (bent), langer DAN HIJ (is)
-D en T problemen? Gebruik het kofschip en het ww lopen
-Kom maar op lafaard! Kom maar op, lafaard! (leestekens veranderen de betekenis van een zin)
-Weet je de spelling van een woord niet? Typ het in bij Google en Google zegt zelf wel: bedoelde u misschien? En dan weet je dat het fout is.
-En de laatste: Ik erger me of het irriteert, niet: het irriteert me.
Overigens vind ik sommige d en t fouten heel logisch en maak ik zelf ook echt wel fouten, maar ik vind de laksheid tegenwoordig bij schrijftaal erg jammer. Er staat soms ook gewoon iets anders, of je bent gewoon aan het puzzelen wat er nou eigenlijk staat. Denk aan een zin als: Me moeder wilt hun wel na school brengen. Dit kan ook weer voor misverstanden zorgen. Taal is 1 van onze belangrijkste communicatiemiddelen.
-Me fiets, me auto? MIJN fiets, MIJN auto (bezittelijk voornaamwoord)
-Hun hebben, hun zijn? ZIJ hebben, HUN huis (hun is ook een bezittelijk voornaamwoord, dus bij een bezit gebruiken)
-Kijk is naar, maar is even? Kijk EENS naar, maar EENS even (is komt van het ww zijn)
-Jou fiets, Jou telefoon? JOUW fiets, JOUW telefoon (als het bezit is)
-Zei zegt, zei vraagt? ZIJ zegt, ZIJ vraagt (zei komt van het ww zeggen)
-Groter als jou, langer als hem? Groter DAN JIJ (bent), langer DAN HIJ (is)
-D en T problemen? Gebruik het kofschip en het ww lopen
-Kom maar op lafaard! Kom maar op, lafaard! (leestekens veranderen de betekenis van een zin)
-Weet je de spelling van een woord niet? Typ het in bij Google en Google zegt zelf wel: bedoelde u misschien? En dan weet je dat het fout is.
-En de laatste: Ik erger me of het irriteert, niet: het irriteert me.
Overigens vind ik sommige d en t fouten heel logisch en maak ik zelf ook echt wel fouten, maar ik vind de laksheid tegenwoordig bij schrijftaal erg jammer. Er staat soms ook gewoon iets anders, of je bent gewoon aan het puzzelen wat er nou eigenlijk staat. Denk aan een zin als: Me moeder wilt hun wel na school brengen. Dit kan ook weer voor misverstanden zorgen. Taal is 1 van onze belangrijkste communicatiemiddelen.
donderdag 20 februari 2014
Vakantie met een tent
Vanaf begin jaren '80 totdat ik een jaar of 12 was gingen we bijna elk jaar op vakantie met onze tenten. In het bos, punt. Er was wel water, 1 kraan (ijskoud) en 2 houten hokjes met een w.c. op een verhoogd stukje cement. Daartussen zat een werkkast met schoonmaakspullen en daarvan ging de sleutel het kampeerterrein rond. Oh ja, er was ook nog een zandbak en een vuurplaats. En bomen, héél veel bomen. Een relatief klein grasveld midden in het bos. Als alle plekken bezet waren stonden er misschien zo'n 30 tenten en caravans en soms nog een paar op het "trekkersveldje", mensen die vaak maar 1 of 2 nachten bleven.
Het was een kampeerterrein van Staatsbosbeheer en je kon je aanmelden bij boswachter Ram, meestal in het groen gekleed (ik had er zelf nog een groen hoedje bij gefantaseerd). Geweldig vond ik dat, ik wilde zelfs nog een tijdje boswachter worden. De camping stond meestal vol met gezinnen, een paar oudere mensen en heel soms jonge stelletjes. Vaak kwamen dezelfde gezinnen ook een paar jaar achter elkaar. Het spannende was altijd dat je dat niet van elkaar wist.
Warm water werd gewoon gekookt en om te douchen in een jerrycan-zak aan een boom gehangen. Boodschappen deden we in het dorp, wat een paar km verderop fietsen was (ik vond het altijd erg ver, maar waarschijnlijk viel het wel mee). Als het droog was en meerdere mensen er zin in hadden werd er een kampvuur gemaakt tegen het einde van de middag. Eén van de vaders liet meestal zien wat voor stok je nodig had om broodjes te bakken (recht, redelijk lang en geen dunne takken) en dan gingen we met alle kinderen het bos in om hout te sprokkelen. Een paar vaders gingen hout voor het vuur zoeken en een paar moeders (ja, hoe erg ook) gingen alvast brooddeeg maken. In de broodjes deden we knakworstjes, suiker, jam, hagelslag of soms probeerden we de meest gekke dingen te bedenken die in het broodje lekker zouden smaken. Ik heb een keer een jongetje met heel veel smaak een broodje knakworst met suiker op zien eten, maar die heb ik maar niet geprobeerd.
Wat deden we dan de hele dag? Elk buitenspelletje dat je maar kon verzinnen. Hutten bouwen, boompje klimmen, blikspuit, kip-ik-heb-je, slagbal, waterspelletjes, picknicken op de heide (die vlak naast de camping was), een dagje met de huifkar of zwemmen in de speelvijver vlakbij. Als het slecht weer was lag ik vaak in mijn tentje te lezen of muziek te luisteren, het geluid van de regen op de achtergrond.
Mijn vader ging 's avonds vaak tegen de schemering het bos in met zijn verrekijker om dieren te spotten, soms mochten we mee, maar we hadden wel eens problemen met "heel erg stil" zijn. Ik vond het altijd heerlijk om 's nachts alle geluiden van het bos te horen en de dieren in de nacht. Heel soms zaten er wel eens brutale dieren bij, die niet zo bang meer waren voor mensen.
Vaak was ik jarig terwijl we op vakantie waren en dan ging ik gewoon alle tenten bij langs om elk kind uit te nodigen. Alle kinderen kwamen dan aan grote picknicktafels zitten en dan kreeg iedereen wat lekkers. Soms kreeg ik zelf gemaakte cadeautjes uit het bos of gewoon iets moois wat iemand gevonden had, een paar keer kreeg ik zelfs gekochte cadeautjes uit het dorp. Ik vond het heerlijk om daar jarig te zijn en omdat ik mezelf een beetje ken, zal ik waarschijnlijk de hele dag de baas zijn geweest over welke spelletjes we gingen doen.
Toen ik een jaar of 11/12 was merkten we dat we toch iets te oud werden voor de hele dag spelletjes in het bos en ook wel nieuwsgierig naar andere vakanties, maar daarna zijn we een aantal keer nog in de meivakantie gegaan. Het kampeerterrein is nu helemaal veranderd, overal staat verlichting en er is elektriciteit. Er is warm water, er zijn douches en er staan speeltoestellen. Ik herkende het bijna niet meer terug. Ik heb het allemaal nooit gemist.
Een collega was een keer aan het vertellen over haar aankomende vakantie met de kinderen. Ze gaf aan dat er toch wel van alles aanwezig moest zijn om de kinderen bezig te houden, dat ze luxe all-in vakanties echt een must vond. Toen ik vertelde over mijn vakanties van vroeger zei ze: "Wat zielig voor jullie!" en dat meende ze oprecht. Ik lachte en zei dat ik voor geen goud iets anders had gewild.
woensdag 19 februari 2014
Kat in de gordijnen

Die dag rond kwart over 9 's morgens (ik lag nog te slapen) hoorde ik weer lawaai uit de woonkamer komen. Dit klonk niet als klimmen, maar echt als slopen. Ik zag al voor me dat alles op de grond zou liggen of zelfs iets kapot zou zijn en sprong woest mijn bed uit. Gooide de deur van de woonkamer open en begon al tekeer te gaan tegen mijn kat.
In plaats daarvan keek ik recht in het gezicht van een man, waarvan ik in een flits dacht dat het iemand van de woningbouw of een glazenwasser was. Totdat ik zag dat hij al half door mijn bovenraam hing en zijn hand op de grendel van het raam had. Hij wist niet hoe snel hij in de achteruit moest en verdween half vallend uit mijn raamopening. Ik hoorde hem wegrennen, maar een seconde of 5 moest ik verwerken wat ik gezien had. Ik gooide het raam open, maar hij toen was hij al helemaal verdwenen.
In plaats van 112 belde ik het andere nummer en begon volgens mij een heel onsamenhangend verhaal te vertellen. De telefoniste verbond me gelukkig gelijk door met 112. De politie was er heel snel en ook mijn bovenbuurmeisje had de man gezien en gehoord, maar we hadden allebei alles in een flits gezien. Sporenonderzoek leverde weinig op.
Pas later, toen zelfs slachtofferhulp had gebeld en ik daar eerst een beetje lacherig over deed, bedacht ik me wat er had kunnen gebeuren als ik later wakker was geworden, of niet zo snel mijn bed was uitgesprongen. En wat als die man al binnen was geweest? Eigenlijk ben ik mijn kat stiekem heel dankbaar en knijp ik nu vaak een oogje dicht als ik haar in de gordijnen hoor klimmen.
Een ander(s) huis
Aan de Stationsstraat, een
zijstraat van het Zuiderdiep, staat de Zuiderkerk.
Een beetje onopvallend verstopt tussen de woonhuizen en misschien daarom ook lang niet zo bekend als een aantal andere kerken in Groningen. Vaak hoor ik van mensen die ook in Groningen wonen: "Staat daar een kerk?" Zo reageerde ik zelf ook een aantal jaren geleden. Ik was er al vaak voorbijgefietst en gereden, maar de kerk was me nog nooit opgevallen. Toch is het overduidelijk een kerk. Alleen niet meer in gebruik als zodanig.
De geschiedenis:
Het gebouw is in 1902 in gebruik genomen, ontworpen door de Amsterdamse architect TJ. Kuipers, in samenwerking met de plaatselijke bouwkundige Y. van der Veen in opdracht van de Gereformeerde Gemeente. Tot 1983 heeft het gebouw dienst gedaan als gereformeerde kerk. Na de sluiting is het door woningstichting Patrimonium verbouwd tot een appartementencomplex. Het gebouw is nu tevens een Rijksmonument.
Nu:
Toen ik een aantal jaren geleden op zoek was naar een nieuwe woning en werd gevraagd door een vriendin of ze mij voor kon dragen heb ik meteen ja gezegd.
De kerk bestaat nu uit 25 appartementen, maar
van de buitenkant is daar niks van te zien. De voorgevel is dan ook vrijwel intact
gebleven, net als een deel van de binnenkant, Zoals de glas-in-lood ramen en de houten orgel
tribune. Bezoekers (of zelfs bezorgers) krijgen meestal
eerst even een rondleiding. Ik heb zelfs wel eens toeristen binnen gelaten die heel nieuwsgierig voor de deur stonden. Binnenin de appartementen is niks meer te
merken van het feit dat het een kerk betreft. Maar zodra je je woning uitstapt, blijft het
een bijzonder gezicht.
Abonneren op:
Posts (Atom)